“Het irriteert me mateloos dat hij ieder halfuur moet roepen dat hij hooggevoelig en hoogbegaafd is,” zegt ze terwijl ze me aankijkt alsof ik net een ongepast voorstel geopperd heb.
Met haar armen strak over elkaar leunt ze dramatisch naar achteren in haar stoel. Haar schouders zijn zo gespannen dat ze zo uit haar lichaam lijken te willen ontsnappen. Haar gezicht staat strak – geen glimlach, geen genade.
Vanonder haar gefronste wenkbrauwen staart ze me aan alsof ik een magische oplossing achter de hand houd, maar stiekem een beetje sadistisch geniet van haar lijden.
Ze zucht diep, terwijl ze zich voorbereidt op het volgende hoofdstuk van haar klaagzang:
“Alsof hij daar zijn hele identiteit aan ophangt!”
En ja, daar komt nog meer:
“Daar zit ik helemaal niet op te wachten,” vervolgt ze, haar stem druipt van irritatie.
“En als hij zo hooggevoelig is, zou hij dat ook wel aanvoelen,” voegt ze er met een schamper lachje aan toe.
Ik knik begrijpend..
We irriteren ons vaak aan het gedrag van anderen. Soms aan mensen die hun identiteit of autoriteit lijken te ontlenen aan een speciaal talent, een ziekte, trauma, of een ander zelfuitgeroepen superpower.
We ergeren ons ook aan de meest triviale zaken: hij praat te hard, te zacht, lacht als een paard of juist nooit, eet alsof hij in een all you can eat restaurant zit of drinkt alsof hij morgen nog de Korsakov Kanjerprijs wil binnen halen.
Het lijkt wel irritatie-bingo met iedere dag een volle kaart!
Ooit kon ik mij ook mateloos ergeren aan het gedrag van mensen. Natuurlijk lag het nooit aan mij – ik was perfect, duh. Maar mensen? Die zijn er altijd. Ze vullen de wereld en hun rare gewoontes zijn overal.
Volgens het Gallup Global Emotions Report (ja, blijkbaar houden we dat soort dingen bij) doet boosheid het geweldig. Sinds 2016 is het aantal mensen dat elke dag boos is in een stijgende lijn, met nu een gemiddelde van 23% dagelijks boze wereldbevolking. Dat is dus praktisch 1 op de 4 mensen! (gezellige boel!!)
Naar een ander wijzen als de bron van je boosheid geeft je misschien heel even een kick – een soort dopaminehit van een paar seconden – maar het lost natuurlijk niks op. Die boosheid heeft vaak weinig te maken met wat die ander zegt. Nee, dat draag je al veel langer met je mee. Dus de vraag is: hoe lang ga je nog rondlopen met die tijdbom van frustratie in je binnenzak?
De eerste stap naar een oplossing? Kijken naar jezelf. Oei. Confronterend, hè? Ja, dat dacht ik al. Reflecteren op je eigen denken en doen kan een beetje voelen als in een spiegel kijken na een weekendje doorhalen in de kroeg. Pijnlijk.
Dus, hoe zit het met jou? Neem jij de tijd om over je patronen na te denken? Of kies je voor de irritatie-bingo?
Leave a Reply